Vietnam juli - augustus 2018

Deze keer gaan we een rondreis maken door Vietnam. Onze keuze valt op Groepsreis
Vietnam "on a Shoestring". We reizen in 21 dagen van noord naar zuid.
We bereiden ons goed voor. De visa, inentingen en onze medicatie zijn op tijd binnen.

We trekken ruim de tijd uit voor een verkenning van het noorden. Landschappelijk is dit het meest aantrekkelijke deel van het land. We maken er kennis met Vietnamese minderheden en zullen er monumentale overblijfselen van een oude beschaving zien. We zullen er in homestays bij families thuis logeren.

Dag 1 : Donderdag 19 juli.
Begin van de middag worden we met onze bagage bij Schiphol afgezet. We checken zelf in en printen onze tickets uit. Om 19:15 uur vliegen we met Turkish Airlines naar Istanbul. We komen daar om 23:45 uur aan. Vervolgens vliegen we om 02:25 uur verder naar Hanoi. Daar arriveren we om 16:05 uur, 's middags dus.

Dag 2 : Vrijdag 20 juli.
Op het vliegveld, Nôi Bài International Airport, worden we door onze reisleider, Victor Pham, opgehaald.
Ons reisgezelschap bestaat uit vijf personen, vier dames en Bert. Met een minibus worden we naar het  hotel gebracht, Thang Long Espana Hotel Hanoi. Victor heeft het programma voor de eerste dagen al vastgesteld.
's Avonds lopen we om zeven uur naar een restaurant, waar we locale hapjes gezamenlijk eten.

Dag 3 : Zaterdag 21 juli.
Na het ontbijt checken we uit bij het hotel. We vertrekken om acht uur. Door de tyfoon heeft het de afgelopen week flink geregend. Het is nog niet helemaal droog. Daarom is er besloten om de bezienswaardigheden in Hanoi verder met het busje te bezoeken.
Hanoi is de hoofdstad van Vietnam en heeft een geheel eigen sfeer. De verschillende meren, verspreid door de stad, bepalen het beeld. De oude koloniale
villa's geven de stad een onmiskenbaar Frans tintje.
Ons eerste bezoek is aan het Ho Chi Minh Mausoleum Complex. Sinds zijn dood in 1969 ligt het gebalsemde lichaam van Ho Chi Minh in een reusachtig mausoleum opgebaard. Voor veel Vietnamezen is dit een bedevaartsplek. Het Mausoleum is nu een aantal maanden gesloten in verband met onderhoud
aan het gebalsemde lichaam.

Dan wandelen we langs het Presidential Palace en het huis op palen van Ho Chi Minh. Dit laat zien hoe President Ho Chi Minh leefde en werkte gedurende vijftien jaren van december 1954 tot september 1969. Het Presidential Palace is een prachtig gerestaureerd koloniaal gebouw uit 1906. Het wordt momenteel gebruikt voor officiële recepties en is niet geopend voor het publiek. In het huis op palen woonde Ho Chi Minh van 1958 tot 1969 en laat zien hoe hij, in die
periode, leefde. Daarna lopen we nog door het park en komen we langs de One Pillar Pagoda.

Onze volgende stop is bij het Etnologisch Museum. Aan de hand van een grote collectie kunstvoorwerpen wordt er een goed beeld geschetst van het leven van de 54 etnische minderheden in Vietnam. Dit is een goede inleiding voor onze verkenning van het noorden van het land.

Vervolgens bezoeken we de Tempel van de Literatuur (Center of Scientific and Cultural Activities Van Mieu Quoc Tu Giam). Deze University of Literature  is de eerste universiteit van Vietnam sinds 1076. Tegenwoordig is de universiteit voor veel studenten bereikbaar en kunnen zij hier hun diploma halen.
Er wordt buiten gestudeerd.

Na de stadsbezichtiging lunchen we eenvoudig buiten aan de straat, met "bun cha". Dit is geroosterd varkensvlees in een friszoete soep en wordt
geserveerd met rijstnoedels, sla, groenten en kruiden. Het eten wordt snel bereid en is heerlijk.

Daarna rijden we verder de bergen in, naar Bac Ha. Dit ligt in het noordwesten van Vietnam op 350 kilometers van Hanoi af. Het is dus een flinke rit met mooi uitzicht in de bergen. We worden verwacht in een homestay, even buiten de stad, waar we overnachten. 

Dag 4 : Zondag 22 juli.
De koffie staat al vroeg voor ons klaar. Het ontbijt volgt al snel met pannenkoeken, banaan, honing, chocoladesaus en mango. Keuze genoeg dus. 
Om acht uur vertrekken we naar de zondagmarkt in het minderhedengebied rond Bac Ha. Deze wordt voornamelijk bezocht door de Flower H'mong.
Deze stam is van oorsprong Chinees en ze worden zo genoemd, omdat de vrouwen van deze minderheid zich in bijzonder kleurrijke kledij hullen. Net
bloemen! Ook leden van de Rode Dao, Phu La, Zwarte Dao, Tay en Nung bezoeken de markt.

Het is behalve een plek om je spullen te verhandelen, ook een plek om vrienden te ontmoeten. Op de markt kijk je je ogen uit. Er wordt hier van alles
verhandeld. Niet alleen groente, fruit, rijstwijn, tabak, kleding, tassen en huishoudelijke artikelen zijn te verkrijgen, maar ook buffels, stieren, katten, varkens, eenden, kippen en honden.

Er is van alles te zien op deze drukke markt. Wanneer iemand iets wil kopen, komt Victor ons meteen te hulp. Het is normaal om af te dingen op de
gevraagde prijzen, 20% tot 40% kan eraf. Dat is wennen voor ons. 
Onder afdakjes wordt eten bereid, waar de marktgangers hun honger kunnen stillen. "Pho", noedelsoep, is favoriet. Maar er staan ook meer exotische
gerechten op de kaart, waarbij diverse soorten ingewanden niet ontbreken. Het eten wordt ter plaatse bereid.

Vervolgens reizen we verder naar Luoc Village. Dit ligt 170 kilometer van Bac Ha af. De weg is erg slecht, vol kuilen en hobbels. Het uitzicht is er prachtig. We zien er bergen met rijstterrassen en diepe valleien. De kleine Hmong dorpjes onderweg zien niet vaak passanten.
De bus rijdt door tot een late lunch bij een lokaal restaurant. Daarna wordt onze bagage door brommers naar de Homestay in Ban Luoc gebracht. Wij lopen er met de dochter van de eigenaar naar toe. Het is een wandeling van vijf kilometer en we hebben een schitterend uitzicht. Maar we kijken ook de vallei in, als we op onze plaats van bestemming zijn.
Het avondeten wordt binnen gegeten, samen met de familie. We zitten om en om aan de tafel. De zelfgemaakte rijstwijn komt ook op de tafel. Steeds opnieuw wordt er geklonken. Wanneer wij denken dat we genoeg hebben gedronken, komt er een fles water op de tafel. Tenminste dat denken wij. Maar in deze fles zit ook rijstwijn. Wij passen, maar de familie gaat door. De stemming wordt steeds vrolijker.

Dag 5 : Maandag 23 juli.
Deze dag blijven we in de buurt. Het dorp is befaamd om zijn prachtige rijstterrassen. Door de Vietnamese regering zijn ze erkend als Nationaal Erfgoed.
We maken een trekking over één van de mooiste rijstterrassen van Noordoost Vietnam. We passeren rijstvelden, bamboebossen, een theeplantage en een riviertje met watervalletjes. De velden worden er ook door bewaterd.
Een lokale gids neemt ons mee door de natuur. We pauzeren bij de waterval waar we ook een, door de Homestay bereidde, lunch gebruiken. Het water geeft ons een fijne verkoeling in de hitte.
Daarna lopen we terug langs de rijstvelden. In de modder zakken we weg tot aan onze enkels. Eenmaal terug in de Homestay spoelen we eerst de schoenen maar weer af. Daarna kunnen we zelf ook onder de douche. Op de Homestay is het erg warm. Na een onweersbui koelt het wat af. 

Dag 6 : Dinsdag 24 juli.
's Morgens starten we met een luxe ontbijt met rijst, tomaten, eieren en meloen. Opnieuw  staat er een prachtige route op de planning. Van Ban Luoc naar Quan Ba in 180 kilometer. Quan Ba ligt tegen de Chinese grens. Hoewel het de bedoeling is om de route naar de bus wederom te voet af te leggen, wordt hier niet voor gekozen. Het is door veel regen erg nat. Daarom wordt nu niet alleen onze bagage, maar worden ook wijzelf door brommers naar het busje
gebracht.
Van te voren begint het met wat spanning, maar het valt reuze mee. De route is steil en soms erg modderig. Hier zijn de mensen niets anders gewend. Ze crossen maar door de modder en lijken er veel plezier aan te beleven. Nu zit er niet alleen wat bagage, maar ook een toerist achterop. Het is dus erg leuk en het uitzicht is prachtig.

Vandaag leidt de weg door de hoge bergen naar de meest noordelijke provincie Ha Giang. Via een aantal passen die in de regio bekend staan als
ontmoetingsplaats tussen Hemel en Aarde, Heaven Gate, bereiken we op het hoogste punt het Panorama Uitzicht.
Onderweg lunchen we nog een noodlessoep met kip. Daarna komen we aan bij de Homestay in Quan Ba. Hier staan vier Homestay-gebouwen, die gericht zijn op toeristen. Ze zijn heel mooi aangekleed. 

Dag 7 : Woensdag 25 juli.
Na een ontbijt van flensjes met honing, bananen en watermeloen vertrekken we om negen uur. We gaan van Quan Ba naar het Dong Van Geo Park, dat 80 kilometer verderop ligt. We rijden over een slingerweg  met gaten en bulten, die naar het hoge gebergte gaat. Vanwege de grote regenval is de weg erg slecht geworden. Er zijn stukken weg door verschuivingen en er zijn ook rotsblokken van het Karstgebergte naar beneden gekomen. Onze chauffeur heeft ons er geweldig doorheen geleid.

Onze route gaat weer verder. De weg slingert verder langs de imposante kalkstenen rotsen van het Karstgebergte. Het leven van het H'Mong volk is nog heel puur. We zien onderweg mensen in traditionele kleding en soms met grote takkenbossen op hun rug lopen. 

In het traditionele dorp Dong Van staat het plaatselijke paleis van de H'Mong koning. Dat gaan we bekijken. Er zijn zowel Franse, Chinese als H'Mong stijlen in het bouwwerk (van 1919 tot 1928) terug te vinden.

We rijden verder naar Dong Van waar we overnachten in het Hoa Cuong Hotel. Het is een groot en luxe hotel, maar heeft opvallend weinig klanten.
Na het inchecken wandelen wij door het dorp. We zien veel Chinese stijl in de gebouwen. Er wordt ook nog flink gebouwd. Er worden volop Homestays klaar
gemaakt, gericht op de toeristen. De werkstijl ziet er anders uit dan bij ons.
We drinken een biertje op een terras aan de straat en we kijken onze ogen uit. Soms zien we vastgebonden varkens te wachten op het moment dat ze
opgehaald worden voor de slacht.

Dag 8 : Donderdag 26 juli.
Na een flink ontbijt wat bestaat uit vers gebakken brood en eieren vertrekken we om half negen. Er staat een route van 100 kilometer op de planning. Via de prachtige Ma Pi Leng Pass hebben we mooie uitzichten over de Nho Querivier. We rijden dan over de "Happiness Road". Deze 185 kilometer lange weg start vanaf Ha Giang City door de Dong Van Unesco Global Geopark naar Meo Vac Town. Deze weg is gebouwd door 1200 lokale mensen en 1000 jeugdigen
afkomstig van 16 minderheden die in 8 provincies in het noorden van Vietnam woonden. Het duurde 5 jaar (van 10 september 1959 tot 15 juni 1965) voordat de weg klaar was. Die werd "De weg van Geluk" genoemd, omdat er een wereld geopend werd voor de minderheden. Zij kwamen uit de isolatie waarin ze leefden. Er kwam elektriciteit, school, gezondheid en zorg. Er is ook een monument voor de 14 jeugdigen gemaakt, die hun leven, tijdens het werk op de Ma Pi Leng Pass, hiervoor gaven. Dit was in 2017 klaar en onthuld.

Via het charmante dorp Meo Vac reizen we verder naar Bao Lac. Het bergachtige gebied om Bao Lac grenst in het noorden aan China. Het is het woongebied van zo'n 50.000 inwoners die in kleine, afgelegen dorpen wonen en verstoken zijn van wateraanvoer en elektriciteit. Het is één van de armste regio's in
Vietnam en tevens het thuisland van het circa 1000 zielen tellende Black Lolo volk. Hun huizen staan op palen in een weidse groene vallei en die bieden ook onderdak aan het (pluim)vee.
Eerst gaan we inchecken in het Thùy Duong Hotel, waarna we een rondje door het dorp lopen.
Daarna rijden we de natuur in en zien hoe het Black Lolo volk woont en leeft. 

Dag 9 : Vrijdag 27 juli.
Vandaag vertrekken we om acht uur van Bao Lac naar Pac Ngoi. Na 200 kilometer door mooie valleien en over bergwegen, brengt de bus ons naar Pac Gnoi. Dit ligt in de Bac Kan provincie. Dit dorp van het Tay volk telt meer dan 40 traditionele huizen op palen. Ze liggen op een berghelling aan het Ba Be Lake, het grootste zoetwatermeer van Vietnam. Dit meer bestaat uit drie delen en wordt daarom ook wel "Three Tanks" genoemd. 's Middags gaan we er naar toe. Met een langstaartboot varen we over het Ba Be meer en verkennen we de Nang rivier. De boot brengt ons naar de Puong grot en later naar de Dau Dang
waterval. Voordat we vlakbij de Homestay worden afgezet, houden we nog een kleine pauze bij een klein eilandje waar we langs varen.
Bij de Homestay genieten we van een heerlijke maaltijd.

Dag 10 : Zaterdag 28 juli.
Om kwart over acht vertrekken we van Pac Ngoi naar Hanoi. De bagage wordt met een brommertje naar de bus gebracht, omdat de Homestay niet door het busje te bereiken is. Wij gaan te voet over het pad en lopen nog over een brug voordat we bij het busje zijn.

Met de bus hebben we 250 kilometer voor de boeg om in Hanoi te komen. Met de grote weg zijn we er vrij snel. Om half twee komen we al  bij het hotel Hong Ngoc Cochinchine aan. Na het inchecken kunnen we de middag zelf indelen. We kiezen voor een wandeling door de stad met de Lonely Planet in de hand. 
Het eerste lopen we naar de Long Biên Bridge. Dit is een stalen vakwerkbrug die de Sông Hòng (de Red River) overspant. Primair is dit een spoorbrug, met een éénsporige spoorlijn in het midden. De buitenste zijden zijn alleen nog door voetgangers, fietsers en scooters in gebruik. Het is opvallend dat op de brug links wordt gereden, terwijl in Vietnam normaal rechts wordt gereden. De brug is tijdens de Franse koloniale tijd aangelegd en was de eerste brug over de Red River in Hanoi. De brug is ontworpen door Gustave Eiffel en is tussen 1898 en 1902 aangelegd. Inmiddels heeft Hanoi drie bruggen over de Red River.

Vervolgens lopen we naar de Ngoc Son Tempel in het Hoan Kiem Meer. In de vijftiende eeuw was Vietnam door de Chinezen bezet. Koning Le Loi vond toen hij op het meer zat te vissen, een reusachtig gouden zwaard in zijn net. Hij bleek er zo oppermachtig door te zijn, dat hij er de Chinese bezetter mee wist te verjagen. Na de veldslag roeide hij naar het midden van het meer om het zwaard terug te geven aan het water. Een gouden schildpad dook op, nam het zwaard in de bek en verdween naar de diepte. Sindsdien heet het meer Ho Hoan Kiem, letterlijk Het Meer van het Teruggegeven Zwaard. 
Men gelooft dat de schildpad echt bestond, of in elk geval een verre nazaat. Ze hebben er al verschillende keren één gevonden. In de hete zomer van 1968 is er een kanjer van 250 kilo en morsdood, door zuurstofgebrek, gevonden. Hij is opgezet en in een glazen kist gelegd. In de Ngoc Son Tempel, Tempel van de Jade Berg, is hij te zien. Via een donkerrode houten brug, de Brug van de Opgaande Zon, is hij te zien.

Pal naast het Hoan Kiem Meer wandelen we verder door het oude hart van de stad. De oude wijk is een wirwar van straten en stegen. De wijk heet "36
straten" en is terecht één van de trekpleisters van de hoofdstad Hanoi. Het is een herinnering aan lang vervlogen keizerlijke tijden. Dit stadsdeel werd
gebouwd in de dertiende eeuw en was strak ingedeeld naar de beroepsgroepen die elk hun afgebakend territorium hadden. De straten beginnen allemaal met Hang, wat winkel of handel betekent.
De smalle trottoirs zijn geblokkeerd door geparkeerde scooters en brommers. Als voetganger neem je je toevlucht tot de straat. Daar kom je dan weer
fietsers, handkarren, rijdende scooters, brommers en toeterende auto's tegen. Ook schuifelende vrouwtjes met een lange bamboestok over de schouders met aan weerszijden een zwiepende mand groente of fruit komen we tegen.
Na deze wandeling zitten we aan het einde van de middag. We zijn toe aan een drankje en vanavond gaan we lekker eten.

Dag 11 : Zondag 29 juli.
Vandaag staan we vroeg op. Om half zes worden we al opgehaald door de bus om naar Halong Bay te rijden. Dat ligt 170 kilometer verder weg. Ons ontbijt staat al klaar in de bus. Het weer valt nog niet mee, het regent flink. Het is afwachten of het wel door kan gaan in de baai. Dat is afhankelijk van de regen, de wind en de golven.
Om kwart over negen zijn we bij de haven. Het is daar al heel druk. Er varen ongeveer 500 boten per dag. Gelukkig is het inmiddels droog en varen we later door een mooi gebied. Ondanks het bewolkte weer kunnen we wel mooie foto's maken. De boot brengt ons naar een mooie grot. Op de terugvaart worden we aan een heerlijke vislunch gezet.  

Daarna rijden we met de bus terug naar Hanoi. We laten ons afzetten bij het oude gedeelte, de Franse wijk. We gaan naar het Thang Long Water Puppet Theatre, waar we een voorstelling bijwonen. De zaal is uitverkocht en wat is dit leuk. In een waterbak worden traditionele Vietnamese verhalen gespeeld, door waterpoppen. De poppen worden door Thang Long theaterartiesten bespeeld. Zij staan, onzichtbaar, achter de waterbak. Aan beide zijden van de waterbak zitten muzikanten en zangeressen, die de verhalen begeleiden met Vietnamese muziek en taal.
De traditionele inhoud van de voorstelling zoals het dagelijkse leven van Vietnamese boeren (kweken, buffels verzorgen, vissen vangen), gemeenschappelijk amusement (zwemwedstrijd, drakendansen), of historische legendes (Le Loi retourneert kostbaar zwaard), trekt met een bescheiden manier van optreden al eeuwenlang een publiek.

Na de voorstelling nemen we nog een drankje en lopen we nog een rondje door het park.
Om kwart over zes worden we door de bus opgehaald en naar het station gebracht. We nemen daar afscheid van onze chauffeur en stappen er in de
nachttrein. De trein draagt de toepasselijke naam "Herenigings express". Noord- en Zuid-Vietnam worden zo verbonden. De trein zal ons van Hanoi naar Hué brengen.